Over Rustlook


Frans Mandigers fascineert en provoceert met Rustlook: De kunst van het verouderen.


  • Patina is erg in de mode. Het laat zien hoe mooi de natuur zijn werk doet, al slaan de elementen soms door in hun aantasting of verstoort een schade de charmante veroudering. Moet je de hele carrosserie dan maar glimmend laten overspuiten of kan iemand de fraaie sporen van de tand des tijds nog redden? Jazeker, Frans Mandigers doet dat, onder de naam Rustlook. Artistieke hoogstandjes strijden tegen vooroordelen. Iedereen in het klassiekerwereldje kent de wijsheid: iets wat oud is, kun je nieuw maken, maar andersom nooit meer. Mandigers bewijst evenwel het tegengestelde, hoewel de ziender een beetje gefopt wordt. “Dat levert zo nu en dan commentaar op, vooral in sociale media, waar ik mijn projecten laat zien. ‘Ik haat neppatina,’ zeggen sommigen. Dat mag; ieder zijn smaak. Ik bied echter een alternatief voor mensen die hun oldtimer niet willen laten overspuiten. Trouwens, een kenner stelt direct vast dat bij gerestaureerde oldtimers de oorspronkelijke lak er niet ook meer op zit, dus in hoeverre houd je dan vast aan originaliteit?"
  • Mandigers vindt de reacties die hij van zijn klanten hoort vermakelijk. “Dan sturen ze ’s avonds na het ophalen van hun klassieker een mail: ‘Ik ben er geweldig blij mee. Stond ik daarnet te tanken, kwam er iemand naar me toe met de vraag wanneer ik de auto ga laten restaureren.’ Dat vindt zo’n eigenaar natuurlijk hilarisch.” 
  • Soms trekt zo’n rijdende schuurvondst de aandacht van de sterke arm der wet. “Om die reden adviseer ik om de wielen een frisse uitstraling te geven. Als een auto verzorgd oogt, met een nieuwe set banden en uitlaat, geeft dat direct de indruk dat hij technisch in een goede staat verkeert en daar gaat het de politie per slot van rekening om. 
  • ‘Patineren, craqueleren, conserveren,’ vermeldt een spandoek aan de entresol in de werkplaats van Rustlook. Dat dekt precies de lading. Frans Mandigers creëert effecten die doen geloven dat klassiekers tientallen jaren lang wortel hebben staan schieten in een weiland, onder de brandende zon in een warm oord, waar regen en zout geen rol van betekenis spelen. Het loopt storm met de opdrachten en daarmee weet de kunstenaar zijn werkweken uitstekend te vullen. “Vaak lig ik ’s avonds in bed en kan ik al niet wachten tot morgen, om mijn creativiteit weer op een oldtimer los te laten. Ik verenig mijn twee grote passies: auto’s en schilderen.” Het moest wel zo lopen, met opa’s en ooms in respectievelijk deze vakgebieden en een vader die als industrieel vormgever bij Philips Design werkte. Van zijn familie nam Mandigers de tic van klassieke Porsches en vooral Amerikaanse oldtimers over, waarvan er vele kwamen en gingen. “Het begon met poetsen en daarna restaureren en spuiten. Dat mooie lakwerk gaf stress, want het valt niet mee om het zo netjes te houden. Je krijgt te maken met afgunst en onoplettendheid, dus voor je het weet zie je krassen en parkeerdeukjes.”
  • Tekenen en schilderen zat er bij de Brabantse spraakwaterval al op zeer jeugdige leeftijd in, dus wekt het weinig verwondering dat hij een carrièrepad betrad in de reclamewereld, als illustrator, grafisch vormgever en bedenker van concepten. In het kader van ‘crisis is kans’ gooide hij in 2013 het roer om. “Tijdens de economische recessie viel de sector helemaal in duigen, dus moest ik schakelen, met twee studerende kinderen thuis. Toevallig vroeg een vriend of ik hem wilde helpen met zijn Chevy pick-up, waar na een aanrijding een nieuw portier en spatbord met een verkeerde kleur in zaten. ‘Kun je er een vieze auto van maken?’ Dat leek me een gaaf project. Ik postte de vorderingen en het resultaat in oldtimergroepen op Facebook en zo rolde de ene na de andere aanvraag binnen.” Rustlook was geboren en Mandigers leeft zich er helemaal in uit. “Ik mag veel Amerikaanse klassiekers beetpakken, maar er komen ook regelmatig Citroëns HY en Volkswagens voorbij, vooral Kevers en bussen.” De kunstenaar smult van de opdrachten. “Hoe gaaf is het om een Plymouth Valiant tot een verweerde politiewagen om te toveren? Het gebeurt ook regelmatig dat ik de originele opdruk ‘terughaal’, bijvoorbeeld bij een Volkswagen Transporter, ooit overgespoten in blauw. Tijdens het wegschuren van die laag kwamen ineens de oorspronkelijke gele lak en het logo van de Deutsche Post tevoorschijn. Dat bracht ik weer op de auto aan, met patina-effect. Zo heb ik ook een Citroën HY, ex-Michelin uit Clermont-Ferrand, zijn authentieke uitstraling terugbezorgd. Hetzelfde bij een Franse brandweerversie, waar het logo van een Engels hoveniersbedrijf overheen geschilderd zat. Er melden zich bij mij ook klanten die de huisstijl van hun bedrijf op het voertuig willen terugzien, alleen dan vertaald naar de normen van bijvoorbeeld de jaren zestig. In overleg geef ik er een kwinkslag aan. Dan komt bijvoorbeeld op een Amerikaanse pick-up niet de naam Van Oosterhout te staan, maar Eastwood. Ik adviseer mijn klanten altijd met klem om te kiezen voor een stijl die klopt bij het land en de leeftijd van de oldtimer.”  
  • In de ogen van Mandigers moet alles kloppen. “Ik zie iedere auto als een schilderij. Veelal restaureer ik een totaalplaatje, inclusief de veroudering, op verzoek zelfs aan de binnenkant van de koets. In de cabine en de laadruimte van een bus, bijvoorbeeld. Het komt veel voor dat klanten een oldtimer met prachtig patina brengen, waarbij delen van de carrosserie totaal weggerot of al vervangen zijn. In het eerste geval mag mijn buurman hier in het pand - Robbie van Liempt, een zeer begaafde plaatwerker en lasser - nieuwe stukken inlassen. Daarna breng ik alles met elkaar in harmonie, wat inhoudt dat ik de bestaande veroudering exact doortrek op de nieuwe delen, zonder dat je enig verschil ziet. Vanuit mijn schilderservaring kan ik een kleur voor 95 procent uit mijn hoofd mengen en de overige vijf procent doe ik rechtstreeks op zicht, wat soms wel vijf of zes uur vergt. Je moet er rekening mee houden dat verf altijd donkerder opdroogt. Mensen vragen mij wel eens of het mogelijk is om het vak van mij te leren. ‘Ja, dat kost je twee uur en dertig jaar,’ zeg ik dan.”
  • Kunst scheppen is kijken, dat weet iedere artiest. “Via internet, zoals Google en Pinterest, verzamel ik foto’s van écht verweerde oldtimers. Die bestudeer ik minutieus, om de effecten van inbrandende zon en schurende wind en zandkorrels te bekijken. In het eerste geval wordt het oppervlak naar boven toe steeds lichter, dus moet ik telkens de mengverhouding van de verf aanpassen. Met een donkere tint creëer ik juist het idee van doorgepoetste lak of een plek waar mensen veelvuldig uit het raam geleund hebben; de primer schijnt dan door. ‘Zoek zelf maar voorbeelden op internet van hoe je het graag zou zien,’ zeg ik tegen mijn klanten. Daarmee doen ze inspiratie op. Voordat ik daadwerkelijk op de auto begin, stuur ik de opdrachtgever altijd eerst een digitaal bestand met het concept en dus de mogelijkheid om dat nog aan te passen.” 
  • Ziedaar het voordeel van een kunstenaar met een eerdere loopbaan als graficus. Frans Mandigers beheerst de verouderingstechnieken tot in de puntjes, zoals het tamponeren van grote oppervlakken. “Dan dep ik met een afgeronde spons, die geen randen achterlaat, meerdere lagen verdunde verf op de primer. Die drogen strak en streeploos op, waarna ik ze eventueel zacht uitschuur met korrel 400 tot 1000. Roestpuntjes ontstaan door speciale verf met ijzerdeeltjes spetterend aan te brengen en na het drogen speciaal te behandelen, waardoor ze corroderen. Een tijdrovende klus, want je moet ook de gelige uitlopers schilderen. Aan het eind van het proces conserveer ik alles met lijnolie of een matte laag vernis, die ik indien nodig nog uitschuur. Soms sla ik in overleg met de eigenaar een deukje in de koets om een bepaald effect te versterken. Craquelé creëer ik door verschillende soorten verf met elk hun eigen krimpgedrag over elkaar heen te zetten. Logo’s kan ik uit de losse pols schilderen, maar om de klant kostbare uren te besparen gebruik ik meestal sjablonen, die ik samen met de beletteraar ontwikkel. Dan nevel ik het oppervlak eerst met een spuitbus in en vul het daarna met een penseel uit. Veel oude logo’s vind je op internet en in het andere geval - zoals bij maatwerk - schets ik ze eerst met de hand, waarna er in het programma Illustrator een digitaal bestand van maak. In mijn database beschik ik over een gigantische voorraad klassieke lettertypen.  Zowel particulieren, ondernemers als restaurateurs vervoegen zich bij Rustlook om een unieke opdracht te laten uitvoeren. “Soms in de eerste plaats uit economische overwegingen. Het gebeurt bijvoorbeeld dat iemand een klassieker uit Amerika haalt, vervolgens flink moet investeren om achterstallig onderhoud weg te werken en dan geen budget meer overhoudt om de koets volledig te laten spuiten. Dat loopt immers al gauw in de papieren, zeker als er celluloselak op de auto zit. Artistieke veroudering kost veel minder, zeker doordat het vaak maar om delen van de koets gaat. Ik zeg wel eens: ‘Eén roestplek ziet er lelijk uit, maar zijn het er honderd, dan wordt het weer mooi.’ Wat je niet kunt wegwerken, moet je overdrijven.” Het speelt Frans Mandigers natuurlijk in de kaart dat patina zich heeft ontwikkeld tot een geliefd en geheel geaccepteerd verschijnsel. “Met mijn Packard uit 1954, deels verouderd door 32 jaar slapen in de woestijn en deels door mijn artistieke inbreng, werd ik op een evenement naar een plek tussen allemaal prachtig gerestaureerde auto’s van hetzelfde merk gedirigeerd. Dat voelde wat ongemakkelijk, maar binnen de kortste keren stonden er vijftien, twintig belangstellenden om mijn rijdende reclamezuil heen.”